Mestkelders steeds voller, maar loonwerker kan het land niet op

Loonwerkers beginnen zich onderhand zorgen te maken, zegt secretaris Hans Verkerk van brancheorganisatie Cumela. „De temperatuur is relatief hoog; gras en wintergranen komen in de groei en droger weer is nog niet echt in zicht. Als het straks droog is, is het maar de vraag of loonwerkers dan de wintertarwe nog in kunnen.” De tarwe is nu hier en daar al 10 centimeter hoog; hoe langer het gewas, hoe lastiger het wordt om drijfmest uit te rijden.

De Cumela krijgt ook signalen dat boeren knel komen te zitten in hun mestopslagruimte. „Maar ja, het lukt ons nog steeds niet om over water te rijden”, grapt Verkerk. Bovendien mag er geen mest worden uitgereden als de bovengrond met water is verzadigd; het risico op afspoeling is dan te groot. Verkerk: „Het toont maar weer eens aan dat kalenderlandbouw in een groot deel van de gevallen niet werkt. Dit jaar is daar een voorbeeld van.” Er zit niks anders op dan rustig afwachten tot het droger wordt, aldus de Cumela-secretaris.

Paniek

Loonwerker Jeroen Jansen van het gelijknamige loonbedrijf in Tiendeveen bij Hoogeveen merkt dat de paniek bij zijn klanten begint op te lopen. De mestputten zitten overvol. „De eerste week ging het nog, toen hebben we 400, 500 kuub weggereden op hoge stukken grasland. In de akkerbouw is nog niks gebeurd. Nu rijden we nog maar mondjesmaat, alleen van een volle put naar daar waar nog een klein beetje ruimte is in de silo. Alle ruimte die er is, wordt benut.”

Ook bij de firma Wassenaar uit Bitgummole (bij Leeuwarden) staan de karakteristieke mesttransportwagens met de Friese vlag al veertien dagen zo goed als stil. „De eerste week hebben we volop gedraaid. Nu komen we alleen nog met een van de twee sleepslangen op hoge stukken. We willen graag, maar het weer blijft de baas”, zegt Gysbert Wassenaar.

Sleufsilo vol mest

De firma heeft circa 20 mestopslagsilo's in gebruik over heel Friesland en bij boeren die de stront spreekwoordelijk tot aan de lippen staat, wordt de mest opgehaald. „Maar bij ons houdt het ook een keer op. Ik heb al gehoord van een boer die mest in een lege sleufsilo heeft gepompt.” Hij hoopt dat het volgende week droog wordt. „Zul je zien, dan komt straks alles tegelijk.”