20 bedrijven positief voor blauwtong

Het betreft zowel runderen als schapen. De getroffen bedrijven bevinden zich voornamelijk in de Betuwe, Noord-Limburg en de Achterhoek. NVWA houdt op haar website een kaartje bij waarop het aantal besmette bedrijven wordt vermeld. Ook in Duitsland, in het grensgebied met Nederland, wordt door de autoriteiten melding gemaakt van nieuwe besmettingen.

Blauwtong is een meldingsplichtige aandoening: elke verdenking moet daarom worden gemeld bij de NVWA. Ook bij GD Veekijker worden blauwtongverdenkingen gemeld. Medewerkers van GD hebben samen met de NVWA verschillende blauwtongverdachte bedrijven bezocht. Daarbij zijn door de deskundigen klinische verschijnselen van blauwtong vastgesteld. Ook zijn bloedmonsters genomen van zieke runderen en schapen voor nadere diagnostiek. Wageningen Bioveterinary Research onderzoekt of de waargenomen verschijnselen inderdaad door het blauwtongvirus worden veroorzaakt, en zo ja, welk serotype het betreft.

Ook bij gevaccineerde dieren

Dat er in deze tijd van het jaar nieuwe besmettingen worden gezien, ligt in lijn met de verwachting die deskundigen vorig jaar hebben afgegeven, stelt GD. In een aantal gevallen betreft het ook bedrijven die reeds hebben gevaccineerd tegen blauwtong. Het kan voorkomen dat dieren die zijn gevaccineerd, toch verschijnselen van blauwtong vertonen, aldus GD. ‘Vaccinatie beschermt immers niet tegen infectie, maar tegen ernstige klinische verschijnselen en sterfte.’

"Ik kan me voorstellen dat het voor houders van schapen en runderen tot ongerustheid en vragen leidt", aldus minister Wiersma. "Het roept herinneringen op aan de verdrietige periode tussen september en december vorig jaar, waarin veel dieren ziek werden en zijn gestorven. En er zullen vragen leven over de vaccins. Er is veel gevaccineerd en toch zien we weer zieke dieren."

Op het moment dat veehouders of dierenartsen indicaties hebben dat er sprake is van bijwerkingen of verminderde werkzaamheid van het vaccin ten opzichte van wat men op basis van de bijsluiter mag verwachten, kunnen zij daar melding van maken bij het Centraal Bureau Diergeneesmiddelen.