Cor Pierik trekt motie in: ‘BBB blijft zich met hand en tand verzetten tegen generieke korting’

BBB deed een verzoek aan de regering om bij een telling voor de vaststelling van een eventuele generieke dier- of fosfaatrechtenkorting, een referentieperiode voor 1 januari 2024 te hanteren. Zo kunnen boeren die nu al weten dat ze met een mestoverschot kampen, vrijwillig hun veestapel inkrimpen zonder dat daar nadelige consequenties voor de productierechten aan hangen.

De motie zorgde voor heisa op sociale media, nadat vicevoorzitter/secretaris Alien van Zijtveld van Agractie Nederland aan de bel trok: ‘Hoe haalt BBB het in z’n hoofd ‘generieke korting’ te gebruiken met de wetenschap hóé knel melkveehouders zitten door desastreuze afspraken door vorige ministers! Het nieuwe kabinet gaat niet bedelen in Brussel, maar melden hoe Nederland uitvoering geeft aan de Nitraatrichtlijn’, schrijft ze op X (het voormalige Twitter, red.). FDF deelde later hetzelfde bericht.

Impact

Tweede Kamerlid Cor Pierik licht het besluit toe: „De motie is niet door iedereen goed begrepen. De indruk is namelijk gewekt dat BBB voor een generieke korting is. Dat is vervelend, omdat wij met deze motie juist zekerheid wilden bieden aan boeren dat ze hun veestapel kunnen afschalen zonder consequenties."

Om verdere onrust te voorkomen, trekt BBB nu de motie in. Pierik is eerlijk: „We hebben vooraf misschien de gevolgen en impact van de motie onvoldoende overdacht. Laat ik duidelijk zijn: BBB zal zich met hand en tand blijven verzetten tegen een generieke korting. Dat is geen oplossing voor de mestproblematiek.” BBB ziet meer in een graslandderogatie, de toepassing van kunstmestvervangers, ander stikstofbeleid en innovatie.

De motie blijft voorlopig op de plank liggen. „We zullen hem in elk geval anders formuleren en indienen als de tijd er rijp voor is”, besluit Pierik. Landbouwminister Piet Adema adviseerde ook al om de motie aan te houden.