DOC Kaas is zonder succes in cassatie gegaan na niet uitbetalen transactiesom fusie

De hoogste rechter heeft geoordeeld dat een bepaling in het huishoudelijk reglement van DOC Kaas, die de terugbetaling van de transactiesom regelde, geen geldige statutaire basis had en dus nietig was.

De Hoge Raad in Den Haag oordeelt dat de transactiesom niet mocht worden ingehouden bij bedrijven die DOC Kaas na het besluit tot een fusie verlieten. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden kwam tot dezelfde conclusie, maar DOC Kaas ging in hoger beroep en in cassatie bij de Hoge Raad. Zonder succes, blijkt uit een uitspraak van vorige maand.

Statuten

In de statuten van DOC Kaas is niet genoeg duidelijk gemaakt dat melkveehouders die stoppen met het leveren van melk het deel van de uitgekeerde transactiesom moeten terug betalen. De Hoge Raad: „De verbintenis om de ontvangen transactiesom terug te betalen indien een lid stopt met het leveren van melk aan de coöperatie vloeit uit het lidmaatschap voort en behoeft dus een statutaire basis. Nu DOC Kaas niet duidelijk heeft gemaakt waar die basis in de statuten van DOC Kaas kan worden gevonden, moet de slotsom luiden dat deze er niet is.”

De melkveehouder werd zelf door DOC Kaas uit de coöperatie gezet, omdat de boer veel minder melk ging leveren nadat diegene het bedrijf met ruim 400 koeien ging verpachten. DOC Kaas moet 109.849,75 euro betalen aan de eiser. Dit bedrag is het melkgeld dat ten onrechte is verrekend met de transactiesom en dat de melkveehouder dus nog tegoed heeft. Ook moet DOC Kaas de proceskosten betalen.