Vleesveehouder mag tegen zin van natuurclub door met bouw koeienstal
De voorlopige uitspraak van de rechter betekent dat vleeskoeienhouder Edze Westra kan doorgaan met de bouw van stal en bedrijfswoning. Dat gebeurt wel op eigen risico. Er moet nog een uitspraak komen in de bodemprocedure tegen de omgevingsvergunning die De Fryske Marren heeft verleend, zegt de rechter.
Bodemzaak
In de bodemzaak wil de Raad van State uitzoeken of voor de nieuwbouw een natuurbeschermingsvergunning nodig is van de provincie. De Fryske Marren vindt van niet. De provincie is het met de gemeente eens. Volgens deze twee overheden is er terecht intern gesaldeerd. Daarmee kan Westra gebruik maken van de stikstofuitstoot van de veehouder die er eerst zat. Westra zegt dat zijn voorganger 32 koeien weidde. Zelf gaat hij er 56 houden. Zijn bedrijf zal geen stikstofeffecten op de beschermde natuur, stelt hij.
Volgens Gaasterlân Natuerlân was Westra’s voorganger echter niet meer dan een hobbyboer met een paar koeien. De stichting wil dat het stikstofverhaal alsnog wordt onderzocht. Dat gebeurt dus in de bodemprocedure. Wanneer die dient is onbekend.
Te kolossaal
De tegenstanders hebben ook landschapsbezwaren. Ze vinden de stal van 20 bij 40 meter, die tevens opslagschuur is, te kolossaal voor het polderlandschap. De rechter zegt dat het gebied in het bestemmingsplan weliswaar aangewezen kan zijn voor herstel en ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden. Maar dat wil niet zeggen dat nieuwbouw voor een agrarisch bedrijf niet is toegestaan.
Tekst: Adri Klinkenberg
Beeld: Agrio