Gedeputeerde Jumelet: ‘Ik baal hier ook van’

Waarom gaat de Provincie Drenthe de habitattypenkaart aanpassen?

„In december hebben wij al aangegeven dat wat Wiljo Hepping had gevonden op de vegetatiekartering niet overeenkwam met wat er in Aerius staat. We constateerden toen al onvolkomenheden in de kaart en gaven hem aan dat we het zo snel als dat kan zouden aanpassen. Het is ons dagelijks werk die kaart up to date te houden en bij onvolkomenheden te verbeteren. De natuur is niet statisch, maar ontwikkelt zich.”

Hoe kan het dat de Provincie Drenthe habitattypen heeft aangewezen op plekken waar ze niet voorkomen?

„Ik was er niet bij en u waarschijnlijk ook niet, maar uiteindelijk zijn die kaarten opgesteld. Daar zijn allerlei regels voor die zijn opgenomen in de “Werkwijze monitoring Natuur Netwerk Nederland (NNN) en Natura 2000,” die beschikbaar is op de website van BIJ12. Die regels hanteren wij ook en die worden nadien ook gecontroleerd. Er is ook een Was-wordt-lijst met vegetatietypes die worden vertaalt naar habitattypes. Bij vegetatiekarteringen hebben we in het veld gekeken, daar hebben we ook mensen voor, er is gebruik gemaakt van luchtfoto’s en experts zijn erbij getrokken. Waar een habitattype niet kon worden uitgesloten geldt het voorzorgsprincipe van de wet, wat inhoudt dat het aangewezen werd. Op die manier zijn toendertijd die kaarten opgesteld. En wat we nu doen en dat is ons dagelijks werk, zo veel mogelijk die kaarten verbeteren op basis van nieuwe kennis.”

Hoe groot is de kans dat het op andere plekken in Drenthe ook niet klopt, omdat er inmiddels meer voorbeelden zijn waar vraagtekens bij gezet kunnen worden?

„Wij hebben ambitiekaarten van wat we op welke plek willen realiseren. We richten nog steeds gebieden in. Ik hoor van mensen die er verstand van hebben dat bepaalde typen natuur horen op een bepaalde plek. Dat heeft met hydrologie en bodem te maken. Ik schat in dat wij de habitattypenkaart zo goed mogelijk hebben opgesteld. Op een aantal plekken doen we nu de constatering, zoals die nu door Hepping is gedaan. Dat doen we zelf ook. Onvolkomenheden op kaarten pakken we gewoon aan. Daarom zijn we ook blij met mensen zoals meneer Hepping die daar tijd in stoppen om het uit te zoeken. Wij willen dingen in kaart brengen zoals ze daadwerkelijk zijn. En als mensen het er niet mee eens zijn, gaan we nog een keer goed kijken. In geval van bijvoorbeeld vergunningen is bij twijfel ook altijd een passende beoordeling mogelijk.”

Is dit een oproep aan alle boeren in Drenthe om in hun omgeving te zoeken en te controleren of de onderbouwing van de habitattypen in Natura 2000-gebieden klopt?

„Wij gaan gebruikmaken van de kennis in het gebied binnen de gebiedsgerichte aanpak. Het spreekt vanzelf dat we het komende jaar nadrukkelijk gaan kijken wat nodig is voor stikstof. Als iedereen nu op zoek gaat, dat zal ook niet de bedoeling zijn, want ik stel ook gewoon vast dat veel wel goed is. Maar als er mensen zijn die iets hebben gezien of willen weten hoe het zit met hun vergunning, dan zijn wij de eersten die zeggen we willen nog even goed kijken, voordat we onomkeerbare besluiten voorstellen. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat we de situatie van het moment van aanwijzing van het gebied moeten beschermen. De provincie Drenthe gaat voor zorgvuldigheid. Wat mij betreft wordt de kritische depositiewaarde ook uit de wet gesloopt en gaan we kijken naar de echte stand van de natuur en daar hoort bij een goede vegetatiekartering en goede habitatkaart.”

Is dit aanleiding voor u om toch ook zelf extra onderzoek te gaan doen naar de habitatkaart?

„Ik ga geen apart onderzoek instellen, want dat veronderstelt dat we niets doen. We doen het elke dag. Bovendien hebben we veel natuur in onze provincie. We nemen het mee in de loop van ons proces richting juli 2023, wanneer we onze plannen voor de gebiedsgerichte aanpak presenteren. Ik hoef er dus geen apart project van te maken, want we doen het al. En ik baal hier ook van. Sterker nog, ik ben hier zeer kritisch op zeker wat er in Aerius wordt gebruikt. Wij moeten uitgaan van de werkelijke stand van de natuur ten tijde van aanwijzing. En dit is een voorbeeld dat ons daarin bevestigt.”