Fries stikstofbeleid bijgestuurd met batterij aan moties
Friese gedeputeerden overleven motie van treurnis in stikstofdebat
De beide gedeputeerden ontsnapten aan een motie van treurnis, die na ampel beraad en een urenlange vergadering, door de meerderheid van oppositieparten werd ingediend. Ze oordeelden dat de gedeputeerden in de afgelopen drie jaar nauwelijks van hun fouten en missers hebben geleerd. Daardoor is in de provincie geen draagvlak meer voor het uit te voeren stikstofbeleid, zo redeneerden ze. Ook kwam het verwijt dat de provincie nog niet met andere sectoren dan de landbouw, zoals de bouw, heeft gepraat.
De indiener van de motie, Wiebo de Vries van de ChristenUnie, was scherp in zijn veroordeling van de beide gedeputeerden. Hij deelde de frustratie van de Stellingwerfse boeren over de belabberde wijze van communiceren. „We moeten het vertrouwen terugwinnen. De gedeputeerden zijn de regie volledig kwijt.” Hij refereerde aan een brief van LTO Noord, waarin werd gesteld dat het vertrouwen in de provincie ontbreekt. „Er is nog veel werk aan de winkel”, was zijn boodschap aan de beide gedeputeerden.
Motie van treurnis
De CDA-statenfractie vond een motie van treurnis ‘een brug te ver’. Hetzelfde gold voor de andere coalitiepartijen PvdA, FNP en VVD, alsmede drie oppositiepartijen. Ze toonden zich toch ook kritisch over het optreden van de provincie tot nu toe. „We moeten er echt alles aan doen om de communicatie met de mensen in het gebied te verbeteren”, oordeelde PvdA-fractiewoordvoerder Hetty Janssen. VVD’er Klaas Kielstra pleitte voor een actievere en productievere houding van de gedeputeerden dan ze tot nu toe hebben laten zien. „Het is een complexe materie, maar er moet flink wat verbeteren.”
De meerderheid van provinciale staten in Friesland wil dat de inhoud van het stikstofbeleid leidend moet zijn. Het programma, zoals dat nu voorligt, is een aanzet tot maatregelen. De precieze invulling moet in samenspraak met alle betrokkenen plaatsvinden, aldus gedeputeerde Klaas Fokkinga, die het boetekleed aantrok na de kritiek op de manier van communiceren en de gehanteerde werkwijze tot nu toe. Met zijn collega Douwe Hoogland pareerde hij een deel van die kritiek en ook de motie van treurnis door te stellen dat er wel degelijk een passend provinciaal beleid is en aan wordt gewerkt.
Kritiek
Van verschillende kanten kwam soms flinke kritiek op het provinciale Uitvoeringsprogramma Stikstof van Friesland, zoals gedeputeerde staten dat in gedachten had. Onafhankelijk statenlid Grite Wymenga-Kooistra kraakte het nieuwe beleid op diverse punten. „Het stuk ademt bestuurloosheid, er valt geen touw aan vast te knopen. Met de voorwaarden en eisen kun je alle kanten op. Ze schaden de agrarische sector. Klakkeloos achter het landelijk beleid aanhollen is zinloos en g gedwongen krimp lost niks op.”
De aantallen van 110 tot zelfs 500 uit te kopen boerenbedrijven zijn met een motie uit het stikstofbeleidsplan geschrapt. Vooral onder boeren in de gemeente Ooststellingwerf, die tegen het Drents-Friese Wold en het Fochteloërveen aan zitten, kwamen die getallen hard aan. De onrust was groot en het onbegrip navenant. „Die aantallen zijn geen doel op zich. Het is een slechte zaak als er bedrijven verdwijnen”, oordeelde PvdA-fractievoorzitter Hetty Janssen. Piekbelasters kunnen wat haar betreft wel weg, maar mogen niet elders weer opduiken.
De kritische depositiewaarde (KDW) is naar het oordeel van het CDA te eng. Anne Schelhaas ziet daar liever een bandbreedte verschijnen, zodat daarmee flexibel kan worden gewerkt. Hij kreeg vrijwel alle statenleden achter zijn voorstel. Alleen de Partij voor de Dieren stemde tegen.
Vrijwillige opkoop
Een ander struikelblok voor provinciale staten was het punt dat agrariërs op gelijkwaardige voet met deskundigen in de stikstofdiscussie mee moeten kunnen doen. Op voorstel van CDA, D66 en GroenLinks wordt dat voor de Friese landbouwsector ook geregeld. Een meerderheid van de Friese staten stemde voor een motie. „Boeren moeten het er vaak bij doen, terwijl anderen professionele en deskundige mensen kunnen inhuren”, hield CDA’er Schelhaas het college voor.
VVD’er Marten Dijkstra pleitte voor vrijwillige opkoop van landbouwbedrijven. Met zijn motie kreeg hij de meerderheid van de statenfracties aan zijn zijde. „Opkoop moet een allerlaatste redmiddel zijn”, aldus Dijkstra. Hij is voorstander van een doelmatige, vrijwillige opkoop en zei af te willen van lukrake opkoop van landbouwbedrijven.
Bollenteelt
Het voorstel van GrienLinks om de grond van vrijkomende veehouderijbedrijven niet aan de bollenteelt te verhuren, haalde het niet. Woordvoerder Jochem Knol wilde daarmee de toename van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voorkomen: „Voor natuurgebieden is die ontwikkeling uiterst negatief.” Volgens gedeputeerde Klaas Fokkinga zou de maatregel dan ook voor andere teelten moeten gelden. Een uitzondering voor de bollenteelt is volgens hem niet op zijn plaats.
Meetnet
CDA’er Anne Schelhaas pleitte voor extra meetpunten in Zuidoost-Friesland. „Meten is weten. Daar moeten we snel en liefst direct mee beginnen.” Gedeputeerde Fokkinga vertelde eerst met vijftig meetpunten in de gemeente Ooststellingwerf te willen starten. De elf stikstofgevoelige gebieden in Friesland zouden echter elk vijfhonderd meetpunten moeten krijgen, berekende een statenlid, maar, „we kunnen later altijd uitbreiden”, aldus Fokkinga.
Gedeputeerde Fokkinga constateerde dat het Friese stikstofbeleid mensen raakt. „We zijn echter verplicht om de wet uit te voeren. Daarvoor maken we beleid op hoofdlijnen, dat we in samenspraak met betrokken partijen samen moeten oppakken.”
Tekst: Alex de Haan
Beeld: Ellen Meinen