Geitenstop Groningse gemeente blijft overeind bij Raad van State

Om nieuwe geitenhouderijen of uitbreidingen te voorkomen stelde de gemeenteraad van Het Hogeland een apart bestemmingsplan (Facetregeling geitenhouderijen) vast waarin min of meer een geitenstop is afgekondigd. De Raad van State keurt vandaag met een einduitspraak dat plan geheel goed.
Daarin benadrukt de hoogste bestuursrechter dat uit onderzoeken van het RIVM en gezondheidsdienst GGD blijkt dat er wel degelijk een verband is tussen het houden van grote aantallen geiten en een vergrote kans op longaandoeningen bij omwonenden. Hoe groot dat verband is en hoe ernstig, daar doet het RIVM nog nader onderzoek naar. Dat definitieve onderzoek is mogelijk pas in 2024 afgerond.
Weinig bevolkt
Het Hogeland wilde dat eindonderzoek niet afwachten en kondigde met het facetplan een geitenstop voor haar grondgebied af. Het plan en de uitspraak betekent een forse streep door de plannen van veebedrijf Kannes BV. Die wilde een volwaardige melkgeitenhouderij met 400 dieren op de boerderijlocatie in Rottum beginnen. Ook de geiten op de melkveehouderij aan de Bredeweg in Kantens hadden naar Rottum moeten verhuizen. Die plannen gaan zeker de eerstkomende jaren niet door. Volgens Kannes BV bevatten de RIVM- en GGD-onderzoeken teveel onzekerheden en zouden de conclusies niet gelden voor het relatieve weinig bevolkte gebied rondom Rottum.
De Raad van State is het evenwel geheel eens met Het Hogeland om vanuit het zogenoemde voorzorgsbeginsel (voorkomen is beter dan genezen) een gemeentelijke geitenstop af te kondigen. Hoewel een groot aantal veehouderijprovincies in Nederland, zoals Gelderland en Noord-Brabant, een algemene geitenhouderijstop hebben afgekondigd, doen de provincies Groningen en Friesland daar vooralsnog niet aan mee. Die laten het aan de gemeentes over, zoals Het Hogeland, die zelf een stop op de nieuw-vestiging en uitbreiding van bestaande geitenhouderijen heeft gezet.
Twee kilometer
De hoogste bestuursrechter vindt dat de gemeente terecht heeft gewezen op het RIVM-onderzoek VGO II 2018, waarin een verband is gelegd tussen geitenhouderijen en meer longziekten bij omwonenden. Dat verband ontbreekt bij varkens- en rundveehouderijen. De bewering van Kannes dat geitenmelk vooral voor kinderen veel gezonder is dan koemelk, kan de Raad niet vermurwen om de volksgezondheidsrisico’s voor omwonenden op de achtergrond te plaatsen. Verder is het bestuursrechtscollege het niet eens met de veehouderij dat de dichtstbijzijnde woningen rondom de boerderij in Rottum op voldoende grote afstand liggen van de boerderij. Twee woningen liggen op 450 en 580 meter afstand. Die liggen binnen de risicocirkel van twee kilometer waarvan de GGD in haar geitenhouderij richtlijn uitgaat.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Susan Rexwinkel