Gemiddeld 25 procent meer regen in de herfst in de kustgebieden

Het effect is het grootst langs de westkust en op Texel en Vlieland, waar gemiddeld tot wel 40 procent meer regen valt in de herfst dan in het binnenland. Maar ook langs de noordkust valt in de herfst gemiddeld 15-20 procent meer regen.

Vooral in oktober

Per graad warmer neemt de verdamping boven het zeewater onder gunstige atmosferische condities met 20 millimeter per maand toe. Hoeveel daarvan in de kustgebieden valt, hangt af van het verschil in temperatuur tussen land en zee. Het kusteffect is in oktober het grootst als de Noordzee gemiddeld 4 ⁰ C warmer is dan het land. Zolang de broeikasgasconcentraties blijven stijgen en het water van de Noordzee steeds warmer wordt, neemt de neerslagintensiteit in de kustgebieden in het najaar ook toe, aldus het KNMI.

Dit jaar tot nu toe tegengesteld

Van een kusteffect is toe nu toe dit jaar geen sprake, integendeel. Juist in de kustgebieden is de maand september hard op weg om een bijzonder droge maand te worden. De uitdrogende toplaag van de bodem zorgt in toenemende mate voor problemen bij het aardappelen rooien. De kluiten worden zo hard en scherp dat ze de aardappelen beschadigen. Wie de mogelijkheden er toe heeft, gaat beregenen om te kunnen rooien. Pootgoedtelers moeten vanwege het algehele beregeningsverbod hun rooiers echter voorlopig stilzetten.

Tekst gaat verder onder de tweet

Volgens Arwin Bos, akkerbouwer in de Haarlemmermeer, bevestigt dit rapport van het KNMI het gevoel dat al meerdere jaren leeft onder akkerbouwers in Noord-Holland. „In het najaar is het hier altijd (veel) natter dan elders en het is ook een stuk natter dan vroeger”, laat hij op Twitter weten.

Delen van oogst niet kunnen rooien

In de afgelopen jaren is het meerdere keren voorgekomen dat akkerbouwers in West-Nederland met veel moeite hun oogst moesten binnenhalen, in een aantal jaren is het voorgekomen dat delen van de oogst niet gerooid konden worden. Zo verliep het najaar van 2019 vooral problematisch omdat er nauwelijks een aaneengesloten periode met droog weer was. In de daarop volgende winter vroren de aardappelen die in de grond achterbleven niet dood, vanwege de afwezigheid van een stevige vorstperiode. Een enkele akkerbouwer kon in het voorjaar van 2020 nog de aardappelen van oogst 2019 rooien.