Onderzoek naar hoe om te gaan met toenemende verzilting in Noordelijk zeekleigebied

Het project is een initiatief van boeren rond het Lauwersmeergebied, LTO Noord, SPNA, Agrarische Jongeren Fryslân en Groningen, The Potato Valley en Acacia Water.

‘Zoet op Zout’ kan volgens Jouke Velstra, adviseur klimaatinnovaties van Acacia Water, gezien worden als een overkoepelend project waar de kennis die wordt opgedaan in diverse subprojecten wordt gebundeld. ‘Boeren meten water’ dat twee jaar geleden al van start ging, is hier een voorbeeld van. In dit project brengen boeren en waterschappen via een sensorennetwerk de verzilting van de bodem en het watersysteem in beeld.

Zouttoleranties

Andere aandachtsgebieden binnen ‘Zoet op zout’ zijn het regionale waterbeheer – het meten van de wateraanvoer en waterverdeling in de polders- en ‘spaarwatermaatregelen’. Hieronder vallen onderzoeken naar de ondergrondse opslag van zoet water en anti-verziltingsdrainage.

De SPNA doet voor het project onderzoek naar de zouttoleranties van reguliere gewassen, zoals suikerbieten, uien, pootaardappelen en graan. Velstra: „Verzilting van onderaf vormt een groot risico.”

Watercoöperaties

Tot slot is er binnen ‘Zoet op Zout’ aandacht voor diverse economische aspecten. Een van de vraagstukken is bijvoorbeeld op welke manier bouwplannen die zijn aangepast op verziltende omstandigheden economisch rendabel zijn voor boeren. „Ook kijken we naar wat het verbeteren van het regionale watersysteem oplevert”, zegt Velstra.

Verder wordt de mogelijkheid van het oprichten ‘watercoöperaties’ onderzocht. Velstra: „We merken dat als boeren voldoende zoet water tot hun beschikking willen hebben, ze vaak zelf hiervoor een oplossing moeten vinden. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een eigen wateropslag. Maar dit soort oplossingen zijn vaak op bedrijfsniveau niet rendabel. Als je het samen oppakt, het is het wel sneller rendabel te maken.”

De adviseur hoopt dat ‘Zoet op Zout’ in maart dit jaar van start kan gaan. „Het project ligt nog ter beoordeling bij het Waddenfonds. De definitieve beoordeling verwachten we in maart en dan hopen we ook gelijk te kunnen beginnen.”