Friese melkveehouders willen ganzenvraat harder aanpakken

Volgens Wiegersma en diens fauna-adviseur Peter van Kempen loopt het vooral in Friesland de spuigaten uit. Friese melkveehouders komen volgens hen nog verder in de knel, omdat ze niet voldoende mogelijkheden krijgen om grote groepen beschermde ganzen van hun weilanden te verjagen.

Het aantal ganzen die in de provincie neerstrijken is de afgelopen jaren verviervoudigd. En die vogels hebben allemaal honger en vreten het gras op, waardoor de boer soms met flinke schade zit, die slechts deels wordt gecompenseerd. Om die reden vroegen zij dinsdag aan de Raad van State in Den Haag om een inhoudelijke rechtszaak over de provinciale Natuurbeschermingsverordening te beleggen. „De Verordening is in strijd met landelijke wet- en regelgeving", beweerde Van Kempen in Den Haag. Want volgens die verordening mag je in een strook weiland van 150 meter breed, die grenst aan een beschermd ganzengebied, geen ganzen verjagen.

Ingrijpen

Alleen die vraatschade wordt volgens Wiegersma nauwelijks gecompenseerd. „Op mijn bedrijf gaat het om 6 a 7 hectare grasland waar ik in de winter volgens de Verordening geen ganzen mag verjagen. Toch strijken ze er neer en vreten vaak het gras weg. Dat ik op mijn eigen land niet mag ingrijpen om schade te voorkomen, dat klopt niet", aldus de melkveehouder bij de hoogste bestuursrechter.

Zijn adviseur wees er op dat het provinciale verbod om zelf maatregelen te nemen om te voorkomen dat er schade aan je eigendommen ontstaat, onrechtmatig is en in strijd met landelijke en Europese wet- en regelgeving. Rechter en staatsraad Kees Borman zei het probleem te begrijpen, maar volgens hem kunnen de melkveehouders beter naar de civiele rechter stappen. Want de Raad van State is de hoogste bestuursrechter en kan geen rechtszaak beginnen als er geen concreet bestuursbesluit is genomen.

Vraatschade

Weliswaar is de omstreden Friese Verordening vastgesteld door Provinciale Staten, maar die kunnen de melkveehouders volgens Borman nu niet meer aanvechten bij de Raad van State. Wiegersma en Van Kempen zeiden zeker van plan te zijn naar de civiele rechter stappen, omdat de jaarlijkse extra vraatschade voor de Friese melkveehouder jaarlijks tienduizenden euro kan bedragen. Hoewel de provincie per jaar zo’n 10 miljoen euro compensatie voor faunaschade beschikbaar stelt, ligt de werkelijke schade volgens Wiegersma miljoenen euro’s hoger. En die extra schade wordt niet gecompenseerd. Volgens Van Kempen is voor een hoop melkveehouders de maat vol. „Er staat een maatschappelijke ketel te borrelen die elk moment kan ontploffen." Uitspraak volgt binnen enkele weken.