Klei in veen alternatief hoger peil

De laboratoriumproeven van Klei in veen zijn hoopgevend. In de eerste resultaten is CO2-reductie tussen de vijftien en zestig procent te zien. De hoeveelheid is afhankelijk van het lutumgehalte in de klei en de kleihoudendheid van het veen. Maaike van Agtmaal, onderzoeker bij het Louis Bolk Instituut, doet nu onderzoek in het veld en naar de invloed van het bodemleven.
Een snip zoekt naar wormen tussen de kleine ‘vlaaien’ klei op het perceel in Delfstrahuizen. Minne Holtrop steekt zijn vingers in de bodem en haalt een stuk omhoog. Helaas, er zijn geen wormen te zien. „Het land is nu te nat. Vorige week zagen we ze wel. Het bodemleven maakt gebruik van de klei, zoals we hadden verwacht. We zagen wormen in de eerste laag. Dat is een goed teken.”
Jaarlijks uitstrooien
De veldproef bestaat uit een kleine drie hectare: een proefperceel en een referentiestuk. Op beide stukken worden in totaal op vier plekken metingen gedaan. Voor het resultaat moet Holtrop nog even geduld hebben. „Ik denk dat je vijf jaar moeten wachten op de resultaten. Maar als je niet begint, dan sta je over een paar jaar nog steeds op hetzelfde punt. Wat wij wel zien, is dat het bodemleven zoals de wormen, de klei mee naar beneden trekt. Die wormen werken hard, maar kunnen niet zo snel. Mijn visie is dat wij straks droge klei, net als mest, jaarlijks over het land uitstrooien.”
Klei dat is vrijgekomen uit industriële werken, is volgens de bedenkers van Klei in veen uitermate geschikt om op veengrond te verspreiden. Holtrop spreekt zelfs van een win-win-win-situatie. „Als je dit goed wegzet, is het een goedkope oplossing voor het veenweidegebied.”
De klei op zijn eigen land komt als bagger uit het Prinses Margrietkanaal. Holtrop ziet hierin een nieuwe afzetmarkt. „Infrastructurele werken kunnen het materiaal met een CO2-label wegzetten. Als wij het op deze manier goed kunnen verwerken, zou dat een perfecte oplossing zijn.”
Lees verder in de volgende editie van Veldpost. Deze belandt zaterdag 21 november bij u op de mat. Bent u nog geen abonnee? Vraag dan hier een gratis proefnummer aan.
Tekst: Brenda van Olphen
Beeld: Ruth van Schriek