Akkerbouwers experimenteren met keverbanken

Keverbanken zijn akkerruggen van rond de 50 centimeter hoog. De verhoogde strook van drie tot zes meter breedte en enkele honderden meters lengte wordt ingezaaid met een meerjarig mengsel van grassen en kruiden. De bedoeling is dat er graspollen met kruiden ontstaan. Zodoende voorziet de bank diverse insecten, zoals loopkevers, van een prima leefgebied. En patrijzen en diverse andere vogels van voedsel én een veilige broedplek in het akkerland: een plek die niet met machines wordt bewerkt en jaarrond dekking biedt.
Plagen onderdrukken
Akkerbouwer Otto Willem Eleveld uit het Drentse Hooghalen legde vorig jaar een keverbank aan. Hij ploegde grond naar elkaar toe om de verhoging te realiseren. Vorige maand kwam er een tweede keverbank bij, nu op een perceelscheiding tussen zijn akkers en grond van het Drentse Landschap. Aan de ene kant ligt een bloemenstrook, aan de andere kant een braakstrook die wordt gebruikt door boerenlandvogels om een stofbad te nemen. „Ik ben een vogelliefhebber en bestuurder bij Agrarische Natuurbeheer Drenthe. Tegen die achtergrond experimenteer ik volop met allerlei vormen van natuur-inclusieve landbouw.“ Hij hoopt dat de rijkdom aan insecten die zich in de strook ophoudt, helpt bij de onderdrukking van plagen in het landbouwgewas.
Lees verder onder de foto
Daarnaast vindt Eleveld het belangrijk om met een antwoord te komen op toenemende maatschappelijke druk om biodiversiteit en akkervogels terug te laten keren op de Nederlandse akkers. „Soorten planten en dieren die vroeger talrijk waren, zijn intussen zeldzaam of zelfs al verdwenen. De patrijs, een echte akkervogel, is zo’n soort die nog ternauwernood overleeft.“ Of de banken op zijn land natuur gaan leveren, is nog afwachten, er wordt gemonitord. „Maar ik zie na een jaar al duidelijk verschil en tel al beduidend meer vogels, zoals de veldleeuwerik, gele kwikstaart, graspieper, geelgors en patrijs.“
Project Partridge
Inspiratie voor de keverbank deed Eleveld onder meer op bij het Partridge project van de Vogelbescherming. In zeven landen worden op tien locaties betere leefomstandigheden gecreëerd voor de patrijs. In Nederland zijn in Zeeland en Noord-Brabant vijf keverbanken aangelegd op akkerland. Het project moet de achteruitgang van de patrijs in Europa stoppen en 30 procent meer biodiversiteit realiseren. De patrijs is een van de meest bedreigde vogelsoorten van het boerenland. Sinds de jaren zeventig is de populatie met meer dan 90 procent afgenomen.
Lees verder onder de foto
Vogelbescherming Nederland is aanjager van het Partridge-project in Nederland en werkt hierin samen met provinciale landschapsbeheerders. Eén van de deelnemende akkerbouwers is Huub Remijn uit Burgh-Haamstede. Hij heeft een vaste keverbank en doet voor het derde jaar mee. Remijn ziet de akkervogelstand op zijn land duidelijk toenemen. „Ik doe mee omdat het goed is voor het imago van de akkerbouw. En als het goed is geeft meer biodiversiteit meer natuurlijke vijanden voor ziekten en plagen die mijn gewas bedreigen. In hoeverre dat effect heeft, is nog wel moeilijk meetbaar, moet ik zeggen.“
Vergoedingen
Via het ministerie van LNV, Europese subsidiespotjes, provinciale gelden of landschapbeheersorganisaties zijn er voor akkerbouwers vergoedingen beschikbaar voor het realiseren van keverbanken. Welke en hoeveel hangt af van het gebied. Eleveld zegt dat zijn vergoeding vergelijkbaar is met een ruim graansaldo. „Dat geldt ook voor mijn bedrijf“, bevestigt Remijn.
Tekst: Jelle Feenstra
Beeld: Otto Willem Eleveld