‘Goed weidevogelbeheer niet genoeg voor vitale gruttopopulatie’

De huidige vormen van weidevogelbeheer leveren volgens de onderzoekers voornamelijk een positieve bijdrage aan de uitkomstkans van nesten. Maar om de gruttopopulatie op peil te houden, is het volgens hen noodzakelijk dat er bij weidevogelbeheer meer aandacht is voor de kuikenperiode en de ‘kwetsbare periode’ na het uitvliegen. ‘Vooral de slechte kuikenoverleving is een ‘cruciale factor’ in de afname van de populatie’, stellen de onderzoekers.
‘We willen er graag op wijzen dat het meeste agrarische weidevogelbeheer 15 juni als einddatum heeft, vanaf dat moment zijn vrijwel alle graslanden gemaaid, worden waterpeilen verlaagd en plasdrassen drooggelegd terwijl het grootste deel van de gruttokuikens nog een belangrijke opgroeiperiode voor de boeg heeft’, staat in het rapport ‘De Grutto Monitor 2012-2019’.
10.000 hectare
In een acht jaar durend veldonderzoek (2012-2019) monitorden onderzoekers de populatieontwikkeling van de grutto in twee studiegebieden in Zuidwest Friesland: de ‘Kuststrook‘ (een brede zone langs de kust van het IJsselmeer) en Skriezekrite Idzegea. Het totale onderzoeksgebied beslaat ruim 10.000 hectare cultuurgrasland, variërend van nat bloemrijk weidevogelreservaat tot gedraineerd productiegrasland dat intensief wordt gebruikt.
Sterfte volwassen grutto's
Naast dat de onderzoekers een ‘slechte overleving van kuikens’ constateerden, zagen zij ook een hogere sterfte onder volwassen grutto’s. Onderzoeker Egbert van der Velde: „Vooral na 2014, een jaar met de enorm veel veldmuizen, zagen we dat de overleving van de volwassen vogels slechter werd. De veldmuizen hebben gezorgd voor meer roofdieren en als die moeten overleven in een landschap met onvoldoende alternatieve prooien, zien we dat terug in de predatie van wat er hier en daar nog wel is; de nesten en kuikens.”
Lees het hele rapport ‘De Grutto Monitor 2012-2019’ hier.
Beeld: Wout van de Sikke