‘Bodems in Flevoland verschillen sterk’

De akkerbouwers konden tijdens het project ervaring opdoen met een viertal technieken, waaronder Lab-in-a-box (LiaB). Bij LiaB vindt er intensieve grondbemonstering (50 steken per 0,25 hectare) plaats. De grondmonsters worden verwerkt in een verplaatsbaar laboratorium en de uitkomsten kunnen weergegeven worden in de vorm van taakkaarten.

Er werd ook gewerkt met een handscanner voor het volgen van het verloop van de beschikbare hoeveelheid N (stikstof), P (fosfor) en K (kalium). Tijdens het project werd ook de populatieontwikkeling van trips in uien gevolgd. Dit werd gedaan met een combinatie van plakvallen en intensieve gewaswaarnemingen. Tot slot werden bodemvochtmetingen gedaan met een bodemvochtsensor.

Fosfaattoestand

Flevoland Innovatieland is een project van HLB de Groene Vlieg, Stichting Veldleeuwerik en Aeres Hogeschool Dronten. Studenten van Aeres brachten in het voorjaar van 2019 bij elke deelnemer een perceel in kaart. Dit deden zij door middel van intensieve bemonstering en analyse met LiaB. Er werd geconstateerd dat er binnen een perceel grote variaties voorkomen in bodemvruchtbaarheidsaspecten. Op lichte grond bleken die variaties groter te zijn dan op zware klei. Daarnaast werden er ook verschillen binnen de provincie Flevoland geconstateerd. Uit het project kwam bijvoorbeeld naar voren dat de bodem in Zuidelijk Flevoland veel homogener is dan in de Noordoostpolder en Oostelijk Flevoland

In het najaar van 2019 zijn opbrengstmetingen gedaan. Uit een proefrooiing bleek dat bij pootaardappelen het knolaantal lager uitpakte op plekken met een slechte fosfaattoestand. Daarnaast bleek dat Kali vaak overbemest wordt en dat de fosfaatgiften juist vaak te laag zijn.

Leafspotbox

In februari 2020 gaat het tweede jaar van het project van start. Deelnemers kunnen dan ook gebruik maken van de Leafspotbox. Dat is een ‘diagnosebox’ voor de herkenning van bladziekten in aardappelen en suikerbieten. Bij deze methode worden met een smartphone foto’s gemaakt van aangetaste bladeren. Deze foto’s worden vervolgens in een beeldbank vergeleken met referentiefoto’s en de diagnose volgt via een app.