Veld-post.nl logo

  • Menu
  • Nieuws
    • Home
    • Provincies

      Subcategorieën

      • Drenthe
      • Flevoland
      • Friesland
      • Groningen
    • Politiek
    • Waterschappen
    • Melkvee
    • Akkerbouw
    • Varkens
    • Pluimvee
    • Opinie
    • Sterke Erven
  • Marktcijfers
  • Video & foto
  • Dossiers
  • Kennispartners
  • Vakblad
    • Vakblad
    • Jaargangen
    • Verschijningsdata
    • Abonneren
    • Sterke Erven
  • Evenementen
  • Top
  • Het LeerErf
  • Sterke Erven
  • Sterke Erven
NieuwsProvinciesFBE Fryslân uit grote zorgen: Schadebestrijding ganzen onder druk door toepassing rekenmodel

FBE Fryslân uit grote zorgen: Schadebestrijding ganzen onder druk door toepassing rekenmodel

Schadebestrijding van overwinterende ganzen dreigt onzeker te worden door de manier waarop Provincie Friesland een rekenmodel inzet om de beschikbare beheerruimte te bepalen. Volgens de Faunabeheereenheid Fryslân (FBE) leidt deze toepassing tot een rigide ‘aan- en uitknop’-benadering, waarbij schadebestrijding kan stilvallen op basis van modeluitkomsten, zonder dat de gunstige staat van instandhouding van de soort daadwerkelijk in het geding is.

Friesland wil wat betreft het ganzenbeleid enkele wijzigingen doorvoeren in de Omgevingsverordening. De aanleiding hiervoor is een debat in Provinciale Staten in september 2024, waarbij de toezegging is gegaan om te onderzoeken of de vrijstelling voor verjaging met ondersteunend afschot kan worden aangepast of geschrapt. Ook zijn moties aangenomen die oproepen om verruiming van verjaging met ondersteunend afschot mogelijk te maken.

Om meer ganzenschade te voorkomen en tegemoet te komen aan de wens vanuit Provinciale Staten, is eerst een ecologische effectenanalyse uitgevoerd. Op basis daarvan stelt het Friese provinciebestuur nu wijzigingen voor.

Zo worden de tijden voor ondersteunend afschot verruimd. Dit is nu mogelijk vanaf één uur voor zonsopkomst tot één uur na zonsondergang. Dit was een half uur in beide gevallen. Ook vervalt het verbod voor ondersteunend afschot op vanuit de nachtelijke rustgebieden opvliegende ganzen. Daarnaast worden enkele operationele beperkingen geschrapt, zoals het maximum aantal jagers en het maximum aantal ganzen per verjaagactie. Voor verjaging worden ook elektronische lokmiddelen toegelaten.

Verruiming tijden ondersteunend afschot sluit beter aan bij gedrag ganzen

De Faunabeheereenheid staat niet negatief tegenover de aanpassingen, zo laat procesmanager Nikkie van Grinsven desgevraagd weten. De verruiming van de tijden voor ondersteunend afschot in de winterperiode sluit volgens Van Grinsven beter aan bij het natuurlijke gedrag van het aantal ganzen. „Dit draagt bij aan een eenduidige aanpak gedurende het jaar. Ook vanuit dierenwelzijnsperspectief ondersteunen wij de wijziging rond het gebruik van lokmiddelen. Deze zorgen er niet voor dat ganzen van grote afstand worden aangetrokken, maar dat zij binnen een effectieve en veilige schootsafstand van circa 35 meter invallen in plaats van aan de andere kant van het perceel. Als lokmiddelen ganzen werkelijk van ver konden aantrekken, zouden foerageergebieden vol staan met lokkers en zou de schadeproblematiek op agrarische gronden er heel anders uitzien.”

Effect op de praktijk klein

Het loslaten van een maximum aantal jagers en van een maximaal afschot per verjaagactie heeft volgens Van Grinsven in de praktijk nauwelijks effect op het totaal aantal geschoten ganzen. „Jagers werken immers met een dubbelloops geweer en kunnen daardoor maar een beperkt aantal schoten lossen voordat zij opnieuw moeten laden. In die tijd blijven ganzen niet binnen schootsafstand. Belangrijk om te benadrukken is dat verjaging met ondersteunend afschot niet gericht is op populatiebeheer, maar op het langdurig verjagen van ganzen om schade te voorkomen waarbij slechts enkele ganzen uit een groep worden geschoten."

Ook een verruiming van het maximaal aantal geweerdragers zal in de huidige uitvoeringspraktijk weinig verschil maken, denkt de FBE. „Wat het schrappen van deze voorschriften wel oplevert, is dat onnodige en betuttelende beperkingen die geen invloed hebben op de veldpraktijk niet langer onderdeel zijn van de vrijstelling. Dat maakt het beheer beter navolgbaar, vergroot de transparantie en draagt bij aan meer begrip voor het werk van jagers.”

De tekst gaat verder onder het kader

150 meter-zones

Eerder waren er zorgen onder boeren en jagers over 150 meter zones rond natura 2000-gebieden waar geen beheer mogelijk zou zijn. Deze beperking geldt alleen als de slaapplaatsen binnen Natura 2000-gebieden in beheer zijn en er geen maatwerkplannen zijn vastgesteld. FBE Fryslân kan deze keuze van de provincie goed volgen, omdat het aantal gebieden zonder maatwerkplan in Fryslân zeer beperkt is. Dit punt is daarom ook geen reden van zorg voor de FBE.

Toepassing rekenmodel

Grote zorgen zijn er wel over hoe Friesland een model inzet, waarmee getoetst wordt of schadebestrijding leidt tot een daling van de populatie onder de gunstige referentiepopulatie (GRP). „Friesland is op dit moment de eerste provincie die een provinciale GRP voor trekganzen heeft vastgesteld en deze modelmatig inzet als voorwaarde voor schadebestrijding. Daarmee is Nederland feitelijk ook de eerste lidstaat die een dergelijke provinciale toetsingssystematiek introduceert."

Van Grinsven benadrukt dat het vaststellen van een GRP, wanneer deze bedoeld is als ecologische ondergrens ,op zichzelf geen bezwaar is. Dit model kan namelijk een bruikbare referentie zijn voor de beoordeling van populatieontwikkelingen van trekganzen. „Ganzen horen bij het Friese landschap, maar wij hebben wij wel grote moeite met het modelmatig toetsen van schadebestrijding aan een ondergrens (GRP) die zelf niet ecologisch is onderbouwd, maar een historisch referentiepunt is, én met een model dat aanzienlijke onzekerheden kent en aantoonbaar niet sluitend is. Het model bevat veel onzekerheden, moet correctiefactoren invoeren om sluitend te worden en leunt zwaar op aannames, omdat er onvoldoende betrouwbare gegevens beschikbaar zijn."

Ook vreest FBE voor precedentwerking. „Wanneer schadebestrijding bij grote stabiele populaties al aan een modeltoetsing moet worden onderworpen, ligt het in de rede dat dit in de toekomst ook voor andere soorten zal gelden waarvoor dat ecologisch niet nodig is. Bovendien nemen de populaties trekganzen ondanks jarenlange schadebestrijding niet af, waardoor een onderschrijding van een ondergrens, waarbij ganzen mogelijk kunnen uitsterven, feitelijk niet aan de orde is. De nut en noodzaak van de modeltoets is daarmee zeer twijfelachtig. We zien de manier zoals het model nu is opgenomen in de Omgevingsverordening als een onnodige en onnauwkeurige extra laag in de uitvoering met onvoorzienbare gevolgen voor de effectiviteit en continuïteit in de uitvoering."

GRP vaststellen

Om de gunstige staat van instandhouding te bepalen, kunnen provincies ervoor kiezen om te werken met een GRP. Friesland heeft de GRP niet alleen als referentiepunt gebruikt, maar ook het modelmatig toetsen hieraan voor overwinterende ganzen in de Omgevingsverordening opgenomen. ‘Om te voorkomen dat de schadebestrijding met ondersteunend afschot ertoe zal leiden dat de staat van instandhouding in het geding komt wordt nu per soort een gunstige referentiepopulatie (GRP) bepaald. Zolang de populatie van de betreffende soort zich boven deze GRP bevindt is in principe verjaging met ondersteunend afschot mogelijk. Er zal jaarlijks worden berekend wat de omvang van de populatie is en welke ruimte er is voor (ondersteunend) afschot in het komende jaar. Als uit de berekening blijkt dat de populatie het komende jaar onder de GRP zakt zal verjaging alleen mogelijk zijn zonder ondersteunend afschot’, zo staat in de Omgevingsverordening.

Van Grisven reageert daarop: „De Nationale GRP’s waarvan de provinciale zijn afgeleid, zijn echter niet gebaseerd op een ecologische minimale populatieomvang, maar op de overwinterende aantallen in de periode 1990-2000. Dit is een historisch referentiepunt dat door AEWA (African-Eurasian Waterbird Agreement) zelf niet als ecologische ondergrens wordt beschouwd. Dit komt neer op ruim 220.000 kolganzen, 120.000 grauwe ganzen en 124.000 brandganzen."

'Modellen moeten ondersteunend ingezet worden'

Dit voornemen heeft waarschijnlijk negatieve (juridische) gevolgen voor schadebestrijding, voorziet de FBE. „Volgens internationale afspraken kan het populatiemodel waarvan het GRP-model is afgeleid worden gebruikt als ondersteunend instrument bij het vaststellen van effectief beleid. Fryslân kiest er echter voor om dit model door te ontwikkelen als een juridisch bindende go/no-go toetsing, terwijl dit nergens binnen Europa dit op deze manier gebeurt en het en het originele model hier ook nooit voor is ontworpen. Populatiemodellen behoren ondersteunend ingezet te worden en niet als dwingend instrument, zoals Fryslân nu doet."

Dat Friesland het GRP-model als toetsingsinstrument in de Omgevingsverordening heeft opgenomen, heeft ook grote praktische gevolgen, somt Van Grinsven op. „ Zodra het GRP-model aangeeft dat er een risico bestaat op onderschrijding van de GRP, is schadebestrijding van een soort niet meer mogelijk. Er lijkt sprake van een ‘aan- en uitknop’-benadering, waarbij alle vormen van beheer worden stilgelegd zodra een modeluitkomst daartoe aanleiding geeft. Zo’n rigide systeem is onwerkbaar voor de bedrijfsvoering van boeren, die juist behoefte hebben aan continuïteit en voorspelbaarheid in schadebestrijding, en staat haaks op de monitoring gebaseerde aanpak, het zogenoemde adaptief beheer, die internationaal op AEWA niveau is afgesproken.”

Impact op beheer groot

Bovendien hanteren dit model, vanwege de beperkte gegevens en aanwezige onzekerheden, ruime veiligheidsmarges en errorcorrecties om het model passend te krijgen. „Waaronder een berekende natuurlijke overleving hoger dan één. Dit is biologisch onmogelijk". duidt Van Grisven. „Hierdoor kan het beheer stilvallen, zonder dat de gunstige staat van instandhouding van de soort in gevaar komt. Daarnaast zal effectief populatiebeheer in de zomer, wanneer dit leidt tot een afname van het aantal standganzen, ertoe kunnen leiden dat de schadebestrijding in de winter en het vroege voorjaar stil komt te liggen. Dit komt doordat circa 90 procent van de overwinterende grauwe ganzen bestaat uit standganzen. Voor boeren betekent een dergelijk aan/uit-model voor schadebestrijding dan niet óf zij schade lijden, maar wanneer in het jaar.”

Breder kijken dan alleen naar modellen

Volgens de FBE Fryslan moet er veel breder gekeken worden dan alleen naar modellen. „Besluitvorming over schadebeheer en het in stand houden van een bepaalde populatie moet daarom in eerste instantie gebaseerd zijn op actuele monitoringgegevens, veldobservaties en lokaal ecologisch inzicht, waarbij modeluitkomsten een adviserend karakter moeten behouden, een instrument om trends te volgen en beheer waar nodig bij te sturen, maar niet als juridische drempelwaarde. We moeten het ganzenbeleid niet af laten hangen van aan- en uitmodellen.”

Net als bij veel ecologische modellen, kent het GRP-model ook een mate van onzekerheid. Van Grinsven: „Dit heeft te maken met grote verschillen in datakwaliteit. Ook is niet alle informatie volledig. Zo ontbreekt cruciale informatie over reproductie, overleving en migratieverschuivingen van ganzen en zijn ook de tellingen niet provincie dekkend. Door deze gebrekkige basis moeten uitkomsten van het GRP-model met een hoge mate van voorzichtigheid beoordeeld worden en niet als toetsingskader worden toegepast.”

Raadsel

Het is voor Van Grinsven een raadsel waarom Nederland, en Fryslân in het bijzonder, het GRP-model zo’n belangrijke rol wil geven. „Dat Nederland, als land met verreweg de meeste landbouwschade (ruim honderd miljoen euro in 2025), er nu voor kiest om als enige lidstaat schadebestrijding zonder ecologische of beleidsmatige noodzaak aan te scherpen, terwijl de schade toeneemt en de overwinterende ganzensoorten sinds 2000 juist zijn verdubbeld of verdrievoudigd, is voor ons niet te begrijpen.”

Reactie LVVN

Het ministerie van LVVN is gevraagd waarom het GRP-model als toetsingsinstrument wordt gebruikt. 'Het gebruik van GRP’s (gunstige referentiepopulaties) vloeit voort uit afspraken die internationaal zijn gemaakt in AEWA verband (African-Eurasian Waterfowl Agreement). De redenatie is dat wanneer er overeenstemming is over de minimale populatieomvang die nodig is om aan internationale afspraken te voldoen, daarmee juridische ruimte ontstaat om populatiebeheer toe te passen, voor zover de populatie de GRP overstijgt. Provincies baseren hier hun beleid op en hebben daar interprovinciaal afspreken over gemaakt. In die zin gaat het om landelijk beleid, maar het Rijk is hier niet direct bij betrokken.'

Foto van Bas Lageschaar
Tekst: Bas Lageschaar

Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.

Beeld: Ellen Meinen

Deel dit artikel
Twitter
Facebook
LinkedIn
WhatsApp
E-mail
Praat mee
Veldpost is ook actief op verschillende social media. Volg ons, blijf altijd op de hoogte van het laatste nieuws en praat mee.
Facebook Twitter LinkedIn Instagram
Nieuwsbrief
Ontvang twee keer per week gratis het belangrijkste agrarische nieuws uit Noord-Nederland in jouw mailbox. Meld je aan voor de nieuwsbrief van Veld-post.nl en bevestig jouw aanmelding via de toegestuurde mail.
Wij wijzen je op het privacy statement van Agrio Uitgeverij B.V.

Provincies
  • Drenthe
  • Flevoland
  • Friesland
  • Groningen
Politiek
Waterschappen
    Melkvee
    Akkerbouw
    Varkens
    Pluimvee
    Opinie
    Veld-post.nl © 2025 - Uitgave van Agrio Uitgeverij B.V. - RSS | Privacyverklaring | Disclaimer | Algemene voorwaarden | Adverteren | Abonneren | Contact redactie | Klantenservice | Cookie instellingen
    • Nieuws
      • Home
      • Provincies
        • Drenthe
        • Flevoland
        • Friesland
        • Groningen
      • Politiek
      • Waterschappen
      • Melkvee
      • Akkerbouw
      • Varkens
      • Pluimvee
      • Opinie
    • Marktcijfers
    • Video & foto
    • Dossiers
    • Kennispartners
    • Vakblad
      • Jaargangen
      • Verschijningsdata
      • Abonneren
    • Evenementen
    • Top
    • Het LeerErf
    Top