
Mestopslag: meer opbrengst en regie voor akkerbouwer Sattler

Een eigen mestopslag is financieel interessanter dan ik dacht en je koopt er meteen flexibiliteit en onafhankelijkheid bij.
Bert Sattler
Meer grip op mestkwaliteit en timing
Sattler teelt vooral zetmeelaardappelen en graan, aangevuld met suikerbieten en uien. Het bouwplan: 50 ha aardappelen, 25 ha graan, 15 ha suikerbieten en 10 ha uien. Tot voor kort was hij afhankelijk van de markt voor de beschikbaarheid en de kwaliteit van mest. “Toen het nog rechtstreeks uit de mestput van de melkveehouder kwam, zorgde de wisselende samenstelling van de mest soms voor problemen.”
Sinds er een eigen mestopslag van ± 2500m³ op het erf in Hijken staat, is er meer rust en regie. Sattler koopt in wanneer prijzen gunstig zijn — vaak in de winter — en omdat er altijd voorraad is, rijdt hij uit wanneer het het beste past in zijn bouwplan.
Ik ben nu veel flexibeler en niet langer afhankelijk van anderen.
Bert Sattler
Zo min mogelijk fosfaat
Sattler stuurt op lage fosfaat en op stikstof en kali rond de 7. “Het wordt steeds strenger met de bemestingsnormen. Dan moet je wat.” In het bassin mengt hij grofweg een derde varkensmest, een derde digestaat en een derde rundveedrijfmest. Die mix levert een voorspelbare samenstelling op en sluit beter aan bij de teeltbehoefte.
Hij werkt het liefst met homogene mest. “Dat zie je in de opbrengsten: met homogene mest pakt ’t beter uit.” In de praktijk merk je dat aan gelijkmatiger groei en “mooiere” percelen. Ook het risico op een onverwacht hoog fosfaatgehalte, bijvoorbeeld in het najaar, is kleiner:
Ik weet precies wat er in de opslag zit. Daardoor kan ik beter sturen.
Bert Sattler
Rekensom maken
Hij vroeg Johan de Vries, adviseur mestopslag bij Genap, om een offerte maken op basis van het gewenste volume en zag direct: dit verdient zich terug. “We vielen met de neus in de boter. Op het moment van aanschaf waren er goede vergoedingen. We hebben de opslag inmiddels twee keer gevuld en de investering al bijna terugverdiend. Alles wat we er nu mee doen, is winst.”
Het bassin ligt circa 1,5 meter in de grond, met een deel bovengronds. “De opslag is simpel en doeltreffend, en voor ons de mooiste en veiligste oplossing. Er kan niks mee gebeuren; een silo kan scheuren. Maar doorslaggevend was de prijs: een foliebassin is het goedkoopst als mestopslag.”
En de geur? Daar wordt nog wel eens voor gevreesd, maar Bert ervaart het als minimaal. De mestopslag staat bij hem achter de schuur. “Loop je erlangs, dan ruik je iets. Vooral vlak na het inrijden. Maar hinderlijk is het niet.”
Loop je erlangs, dan ruik je iets. Vooral vlak na het inrijden. Maar hinderlijk is het niet.
Bert Sattler
Constructie van een foliebassin
“Een opslag van 2.500 kuub is heel gebruikelijk,” vertelt adviseur Johan de Vries. “Maar we maken ze in iedere maat. Zo leveren we ook foliebassins van 500 tot 10.000 m³.” Johan legt uit hoe de constructie van het foliebassin in elkaar zit. “De aanleg begint met het ontgraven van het bassin. De diepte hangt af van het grondwaterpeil. Het bassin moet daarboven blijven. De grond die vrijkomt, wordt gebruikt om een stevige dijk rondom te vormen. Wij werken met een gesloten grondbalans zodat je geen extra grond hoeft aan te voeren. De dijk vormt de basisconstructie van het foliebassin en kan tot wel drie meter boven het maaiveld uitkomen. In de dijk wordt vervolgens KIWA-gecertificeerd mestfolie aangebracht: een onderkleed en een bovenkleed. Het bovenkleed bevat drijvers voor ontgassing. De dijk wordt afgewerkt met worteldoek voor een nette, duurzame uitstraling. Ook wordt er een hekwerk om het bassin geplaatst. Zo ontstaat een mestopslag die stevig, veilig en passend in het landschap is. Qua leidingwerk en mixmogelijkheden zijn er meerdere opties, dit wordt allemaal aangelegd in overleg met de klant. Ons systeem is volledig KIWA gecertificeerd.”
Tekst: Marloes ten Oever
Beeld: Eline Mekelenkamp





