Agrofoodcluster presenteert toekomstvisie pootgoedsector 2040 met vier stevige speerpunten
'Groen groeien in pootgoed vraagt visie én verdienmodel'

Het eerste exemplaar van de toekomstvisie is vorige week tijdens PotatoEurope aan gedeputeerde Jan Klopman van provincie Flevoland overhandigd. In de visie zijn vier hoofddoelen geformuleerd. Op dit moment heeft Nederland een wereldleidende positie als het gaat om de export van pootaardappelen. Jaarlijks gaat er zo’n achthonderdduizend ton pootgoed de grens over naar meer dan tachtig verschillende landen, waarmee wereldwijd de teelt van ruim dertig miljoen consumptieaardappelen mogelijk wordt gemaakt. Volgens het Agrofoodcluster genoeg om meer dan 800 miljoen mensen te voeden.
Pootgoedsector vertegenwoordigt groot economisch belang
Voor de Nederlandse economie heeft de pootgoedsector ook een groot belang: zestienhonderd gespecialiseerde telers verbouwen op veertigduizend hectare landbouwgrond de aardappelen, die een jaarlijkse omzet vertegenwoordigen van vijf miljard euro in de aardappelketen. Het zorgt voor werkgelegenheid voor meer dan 25.000 mensen en is daarmee een ‘stevige economische pijler’, vooral in het noorden van Nederland. Tegelijk vormen klimaatverandering, strengere milieuregels, toenemende ziektedruk en geopolitieke spanningen voor onzekerheid, terwijl de vraag naar duurzaam geproduceerd voedsel groeit.

Zeven doelstellingen richting 2040
De toekomstvisie van het Agrofoodcluster, met haar hoofdzetel in Emmeloord, moet richting geven aan een toekomstbestendige pootgoedsector. Het document heeft vier pijlers (zie kader) en zeven speerpunten waar de komende jaren aan wordt gewerkt. Allereerst op het gebied van kwaliteitsborging. De sector wil bovenwettelijke scherpe kwaliteitsnormen blijven hanteren en goed toezien op de naleving hiervan. Daarnaast wordt ingezet op de ontwikkeling van weerbare teeltsystemen met de ICM-systematiek als uitgangspunt. Maar ook het toepassen van nieuwe technieken in de teelt, zoals drones, ziekzoekrobots, spotsprayers en laserweeders wordt gestimuleerd om te zorgen voor een minimale inzet van gewasbeschermingsmiddelen. Daarbij wordt op ingezet op het vereenvoudigen en versnellen van procedures voor de goedkeuring van groene gewasbeschermingsmiddelen.
Een ander speerpunt is het versterken van de rol van veredeling als aanjager van verduurzaming door de ontwikkeling van robuuste rassen. Het vergoeden van milieuprestaties door de markt en keten is bovendien een maatregel die de teelt verder moet helpen om te verduurzamen. Tot slot wil de sector bij de uitwerking van de visie zorgen voor goede randvoorwaarden voor een vitale sector, zoals voldoende arbeidspotentieel, behoud van areaal met goede productieomstandigheden en de pootgoedteelt positioneren als strategische prioriteit in de (inter)nationale voedselstrategie.
De vier pijlers in de visie ‘Pootgoed 2040’
- Topkwaliteit en een breed rassenportfolio
De Nederlandse pootaardappel staat wereldwijd bekend om zijn kwaliteit. De sector blijft investeren in veredeling en handhaaft bovenwettelijke kwaliteitsnormen. Een breed en innovatief rassenaanbod is essentieel om te kunnen inspelen op veranderende klimaatomstandigheden en ziektedruk wereldwijd.
- Minimaal beslag op de milieugebruiksruimte
De sector zet vol in op verduurzaming. Door de ontwikkeling van weerbare teeltsystemen, het gebruik van groene gewasbeschermingsmiddelen en de inzet van precisietechnologie wil de sector haar ecologische voetafdruk verkleinen, zonder in te leveren op opbrengst of kwaliteit.
- Een gezond verdienmodel voor telers
Duurzame teelt vraagt om forse investeringen. De sector pleit voor een eerlijk verdienmodel dat ruimte biedt voor innovatie, risicobeheersing en toekomstbestendig ondernemerschap. Alleen zo kunnen telers blijven investeren in duurzame technieken en vakmanschap.
- Een krachtig en compleet pootaardappelcomplex
Veredeling, teelt en handel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De kracht van de Nederlandse sector zit in deze ketenintegratie. Het behouden van alle schakels in eigen land is essentieel om de innovatiekracht en internationale toppositie te waarborgen.

Tekst: Martin de Vries
Geboren en getogen in het Friese Oudehaske ontwikkelde Martin een grote interesse voor de landbouw. Als opgeleid journalist specialiseerde hij zich in de akkerbouw. Zijn overmatige dosis aan nieuwsgierigheid zet hij in voor het team rond Akkerwijzer.
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Agrofoodcluster