Friesland: liever geen landbouwgrond Kollumerwaard voor defensie

Gedeputeerde Staten (GS) van Friesland hebben Staatssecretaris Tuinman van Defensie (BBB) laten weten dat het haar verantwoordelijkheid wil nemen als het gaat om de benodigde ruimte voor defensie. Het gaat daarbij om munitieopslag of een springterrein. Maar dat moet dan wel op locaties waar de defensieactiviteiten zo min mogelijk impact heeft voor omwonenden. GS meldden deze week aan Provinciale Staten (PS) dat zij op die manier gehoor heeft gegeven aan een motie van die strekking. Die werd ingediend op 18 december. Voor Tuinman zijn voor een munitieopslag voor snel inzetbare capaciteit alleen nog locaties in Friesland in beeld, namelijk Bantega en Kollummerwaard-West en -Oost. Daarnaast is Kollumerwaard ook in beeld voor een springterrein.
Hoogwaardige landbouwgrond
GS melden verder dat namens de provincie Commissaris van de Koning Brok en burgemeester Kramer van de gemeente Noardeast-Fryslân op 19 februari een bezoek gebracht aan de locatie Kollumerwaard. ‘Tijdens dit bezoek is gewezen op de mogelijke gevolgen van een munitieopslag of springterrein op deze locatie, waaronder het verdwijnen van woningen en het verlies van hoogwaardige landbouwgrond, waaronder de proefboerderij SPNA, van groot belang voor de akkerbouw in Noord-Nederland.’
Grote woningverplaatsing
Op 20 februari bracht Brok daarnaast nog met burgemeester Agricola van De Fryske Marren een bezoek aan de locatie in Bantega. ‘Daar is duidelijk geworden dat een eventuele vestiging van een munitieopslag op deze locatie tot grootschalige woningverplaatsing zou leiden, met grote impact op de lokale gemeenschap’, aldus GS in haar brief aan PS. GS melden dat tijdens beide bezoeken uitgebreid is gesproken met omwonenden en kennis is genomen van hun zorgen over de voorgenomen plannen van Defensie.
Voorlopig uitgesteld
De besluitvorming over de voorkeurslocaties is voorlopig uitgesteld. De staatssecretaris kondigde aan hierover eind mei 2025 via een Kamerbrief duidelijkheid te geven. GS melden tot slot dat de mogelijkheid wordt opengehouden om, zodra de uitkomsten van het MER-onderzoek bekend zijn, een zienswijze in te dienen.

Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ruth van Schriek Agrio Archief