MOB en Vereniging Leefmilieu stellen ultimatum van twee weken
Milieuclubs eisen gesprek met landbouwminister Wiersma en dreigen met meer rechtszaken

Met een emissiereductie van 42 tot 46 procent voor de landbouw en zones van 250 meter rond stikstofgevoelige hexagonen op de Veluwe en in de Peel wil Wiersma de vergunningverlening weer op gang brengen.
Het kabinet wil die reductie realiseren in 2035. Op dit moment staat in de wet dat vijftig procent van het oppervlak in 2030 onder de Kritische Depositie Waarde moet zijn gebracht. 'Met de door u genoemde kaders is het volledig onmogelijk om te voldoen aan het door de rechter bekrachtigde wettelijke reductiedoel voor 2030', zo staat in de brief. Daarbij wordt verwezen naar de Greenpeace-uitspraak.
'Aanpak te vrijblijvend'
MOB en Leefmilieu zijn op basis van eigen berekeningen (zie kader) van mening dat met een emissiereductie van 42 tot 46 bijna voldaan kan worden aan het stikstofdoel van 2030, maar alleen als de halvering al vijf jaar eerder wordt behaald. Ook zouden de stroken rondom meer stikstofgevoelige gebieden ingesteld moeten worden. De milieuclubs spreken over bufferstroken van minimaal 2 kilometer rond stikstofgevoelige natuur, in plaats van stroken van 250 meter.
Beide organisaties vinden de aanpak ook te vrijblijvend. Zo pleiten ze voor een wettelijke extensiveringsplicht voor de melkveehouderij in de bufferzones en ook moet 'ingrijpen op bedrijfsniveau niet uitgesloten worden'. Dit voorstel staat op gespannen voet met Wiersma en haar partij de BBB. Die zijn tegen namelijk tegen elke vorm van dwang.
Nieuwe rechtszaken tegen piekbelasters en PAS-melders
Ondanks dat beide organisaties de afgelopen maanden naar eigen zeggen een pas op de plaats hebben gemaakt met rechtszaken om de ministeriële stikstofcommissie een kans te geven, is de tijd van uitstel volgens hen nu voorbij. 'Met de teleurstellende uitkomst van de stikstofcommissie laat u Mobilisation en Leefmilieu geen andere mogelijkheid opnieuw de rechter te vragen om in te grijpen. Nieuwe rechtszaken zijn in voorbereiding genomen, gericht op de noodzakelijke aanpak van natuurschade door stikstof.' Deze richten zich op onder meer piekbelasters en PAS-melders.
De partijen willen graag in gesprek met Wiersema over een 'evenwichtig maatregelenpakket'. 'Onze inzet is en blijft constructief, met oog voor alle betrokken belangen.'
Eén rapport, twee inzichten
Mobilisation for the Environment van Johan Vollenbroek en Vereniging Leefmilieu baseren hun berekeningen voor een deel ook op het RIVM-rapport dat vorige week veel stof deed opwaaien. Waar FDF stelt dat zonering geen nut heeft omdat het geen effect heeft en veel geld kost, nemen de milieuclubs het standpunt in dat er juist veel meer maatregelen nodig zijn.
Het RIVM zette in opdracht van de ministeriële stiskstofcommissie op een rij wat van effect een zonering van 250-,500- en 1000 meter rond stikstofgevoelige natuur kan hebben.
In dat rapport staat ook wat de vermindering van de stikstofuitstoot aan natuurherstel oplevert. Dit percentage noemt het RIVM het ‘rendement’ (de depositie gedeeld door de emissie vanuit de zone in kilogrammen of mollen per jaar, red.). Bij een zone van 250 meter gaat het om 3,4 procent, bij een zone van 500 meter is dit 3 procent en bij een zone van 1 kilometer is dit 2,6 procent. Het rendement van alle landbouwemissies uit Nederland is 1,6 procent, terwijl het totale rendement van alle stikstofemissies slechts 1,1 procent is.
Farmers Defence Force schreef in een reactie: 'Volgens de modellen en berekeningen van het RIVM zelf, levert het opruimen van veehouderijen nabij Natura 2000-gebieden bijna nul rendement op voor natuurherstel. Sterker nog: het opruimen van álle veehouderijen levert ook feitelijk niets op behalve een torenhoge rekening voor de Nederlandse belastingbetaler: 2,2 miljard voor 1,1% depositiereductie!’
MOB en Leefmilieu zijn duidelijk dat er veel meer maatregelen nodig zijn: 'Op basis van de Kernregistratie Dierverblijven Gelderland, Limburg en NoordBrabant is een inschatting gemaakt van de landbouw-emissie in een strook van 250 meter rond de Veluwe en in de Peel. Deze bedraagt minder dan 0.5 procent van de landbouw-emissie ten opzichte van 2019. Deze cijfers komen zeer goed overeen met de schattingen die RIVM heeft gedaan ten aanzien van de in deze zones aanwezige emissies. Ook als deze emissies volledig worden gereduceerd levert dit slecht een zeer geringe bijdrage aan de in totaal middels het maatregelenpakket te realiseren emissiereductie. Daaruit wordt tevens geconcludeerd dat de 42-46 procent beoogde reductie volledig als generieke emissiereductie zal moeten worden beschouwd en doorgerekend.'
Om in 2030 de wettelijk vastgelegde doelstelling (van vijftig procent van het areaal stikstofgevoelige natuur onder de KDW) te behalen is volgens de milieuclubs een generieke emissiereductie in de landbouw van 47 tot 50 procent ten opzichte van 2019 benodigd.