Drenthe moet nieuw besluit nemen over handhaving bij zeven PAS-melders

Het college stelt dat er een redelijk evenwicht bestaat tussen het bedrijf en natuurbelang is. De Raad van State stelde vorig jaar dat dit nodig is voor provincies om van handhaving af te kunnen zien.
Om dat belang te kunnen tonen, heeft Drenthe de maximale extra depositie per bedrijf op het betrokken Natura 2000-gebied op een rij gezet. Deze bedraag tussen de 0,04 en 0,46 mol per hectare per jaar. Volgens het provinciebestuur neemt de (al aanwezige) overbelasting op diverse beschermde natuurgebieden met 0,0002 tot en met 0,05 procent toe. Handhaving bij de veehouders heeft dan ook nauwelijks effect op de instandhoudingsdoelen van de natuurgebieden, meent de provincie.
Ook wijst Drenthe op reductiemaatregelen die er op zowel landelijk als provinciaal niveau worden genomen.
Niet goed onderbouwd
MOB en Vereniging Leefmilieu vinden dat de landelijke en provinciale maatregelen niet concreet genoeg zijn en niet goed genoeg geborgd zijn. Daarnaast zijn beide milieuorganisaties van mening dat Drenthe onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de ecologische schade aan de Natura 2000-gebieden. De rechter gaat mee in dat betoog. Die oordeelt dat het college de natuurbelangen niet goed genoeg heeft onderbouwd. Er wordt wel genoemd wat de procentuele bijdrage aan de overbelasting van de natuur is, maar niet wat de gevolgen zijn van het afzien van handhaving voor de Natura 2000-gebieden.
De rechtbank bepaalt dat het college nieuwe besluiten moet nemen met inachtneming van deze uitspraak. Het college kan bij de nieuwe besluitvorming eventuele ontwikkelingen in de rechtspraak betrekken.