Friesland wil met nieuwe landbouwvisie ‘boerdiversiteit’ bevorderen

De visie, die in totaal vijftig pagina’s telt, geeft in hoofdlijnen aan waar Friesland zich met de landbouw op wil richten tot 2030. De vorige beleidsbrief stamt uit 2017. Omdat de landbouw op dit moment sterk aan het veranderen is, zag het provinciebestuur de noodzaak om een nieuwe visie op te stellen.
De nieuwe beleidsbrief benadrukt het belang van Friesland als dé landbouwprovincie van Nederland. Met de Friese boeren streeft de provincie naar een diverse en toekomstbestendige landbouwsector, waarbij de focus ligt op brede welvaart. Voedselproductie blijft centraal staan, maar er wordt sterker ingezet op kwalitatieve in plaats van kwantitatieve groei, met oog voor verbreding van het bedrijfsmodel. „Het bevorderen van boerdiversiteit is het leidende principe in deze beleidsbrief. Diversiteit houdt onze sector robuust en veerkrachtig”, aldus verantwoordelijk gedeputeerde Abel Kooistra.
Binnen de boerdiversiteit zijn er vijf ontwikkelpaden. Deze zijn Hightech Open Systemen (bijvoorbeeld akkerbouwbedrijf met precisiebemesting), Duurzame Systemen (bijvoorbeeld regeneratieve of biologische bedrijven), Natuur & Landschap (bijvoorbeeld boeren die aan natuur- en landschapsbeheer doen), Multifunctionele bedrijven, Hightech Gesloten Systemen (bijvoorbeeld hokdierbedrijven met sterke focus op dierenwelzijn).
Verbetering ruimtelijke regels
Friesland focust zich op 11 thema’s. De belangrijkste en meest relevante daarvan is ‘Verdienvermogen en perspectief’. De komende jaren moeten boeren maatregelen nemen om aan de wettelijke doelen te kunnen voldoen. Dit kan veel geld gaan kosten. Een recent onderzoek van de WUR laat zien dat de bedrijfscontinuïteit, met name in de melkveehouderij, in gevaar kan komen. Ook de afschaffing van derogatie heeft grote impact hierop.
Hoewel de provincie nauwelijks invloed heeft op de prijzen die boeren krijgen voor producten, wil Friesland wel op andere manieren bijdragen aan het verdienvermogen van de sector.
Zo zet de provincie in op het verbeteren van de productieomstandigheden op boerenbedrijven. Het gaat dan met name om de randvoorwaarden. Zo wil de provincie samen met gemeenten kijken hoe regels rondom gebouwen, verkaveling, waterhuishouding, ontsluiting van bedrijven, percelen en goede nutsvoorzieningen kunnen worden verbeterd. Als er een netwerk is, kan een boer ook zijn energie terugleveren aan een net. Ook moeten belemmerende regels ten aanzien van bouwblokken en bestemmingsplannen worden weggenomen.
Lobby voor regionale derogatie
In het kader van de afbouw van de derogatie en de mestproblematiek wil Friesland ook de kringlopen zoveel mogelijk sluiten. Zo zet de provincie in op een gebiedsgerichte derogatie en gaat het daarvoor lobbyen en in Den Haag en Brussel. Dit zou mogelijk zijn: ‘Regionale verschillen in landbouwsystemen, bodem- en waterkwaliteit in Nederland rechtvaardigen dit’, schrijft de provincie.
Ook is het streven om minder stikstofkunstmest te gebruiken. Friesland merkt daarbij op dat de afschaffing van derogatie leidt tot zestien procent meer gebruik. Die trend moet worden omgebogen door toepassing van kunstmestvervangers (Renure) en het stimuleren van het verlagen van het ruw eiwitgehalte in het rantsoen.
Daarnaast wil Friesland samenwerking tussen de akkerbouw en veehouderij bevorderen, bijvoorbeeld met de provincies Groningen en Flevoland.
Bescherming landbouwgrond
Voor het sluiten van de kringloop kan grond ook belangrijk zijn. Friesland onderzoekt de mogelijkheid om toe te werken naar een ‘landbouwhoofdstructuur’ (LHS). Binnen zo’n LHS wordt hoogwaardige landbouwgrond beschermd. Ook worden agrarische ontwikkelmogelijkheden meer afgestemd op de natuurlijke omstandigheden in een gebied. Dit biedt boeren meer langjarige zekerheid, omdat hiermee een koers voor de lange termijn kan worden uitgezet. Het wordt gekoppeld aan inzet van middelen, maatregelen en regelingen.
Hierbij hoort ook actiever provinciaal grondbeleid, zoals een provinciale grondbank; andere mogelijke instrumenten zijn (regionale) grondtafel(s), kavelruil en ruimtelijke landbouwgrondladders als afwegingskader.
Aandacht voor jonge boeren
Friesland heeft ook specifiek aandacht voor jonge boeren. Zo gaat het lobbyen voor een ‘Nationaal Landbouwfonds’. Hiermee kunnen jonge en startende boeren tegen betere voorwaarden financiering krijgen. De rente en aflossing vloeien dan terug in dit fonds.
Ook onderzoekt Friesland of er meer coaching kan worden ingezet bij de overname van een bedrijf en of het mogelijk is om minder te handhaven als een jonge boer net een bedrijf heeft overgenomen.
Waar in Brabant het provinciebestuur inzet op het intrekken van latente ruimte bij slapende vergunningen en niet-gerealiseerde stallen, benadrukt Friesland dat het juist boeren deze latente ruimte juist wil gunnen, zodat zij langzaam kunnen groeien. ‘Hierdoor worden startende ondernemers niet gedwongen om de stal gelijk vol te zetten om rechten te behouden’, zo staat in het plan.
Vervolg
Provinciale Staten bespreken in januari de nieuwe landbouwvisie. Vervolgens wordt in het voorjaar van 2025 samen met belanghebbenden een uitvoeringsagenda opgesteld. Deze vertaalt de ambities naar concrete acties en budgetten en houdt rekening met andere beleidsterreinen. „Onze boeren staan voor grote uitdagingen, terwijl het verdienmodel en de maatschappelijke waardering onder druk komen te staan. Het is daarom belangrijk dat Friesland eigen beleid ontwikkelt dat aansluit bij de unieke positie van onze agrarische sector”, besluit Kooistra.

Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: Provincie Friesland