Feije Dijksterhuis uit Hijken begint supermarkt voor vluchtelingen

De akkerbouwer en zijn vrouw Angela hoefden er niet lang over na te denken wat zij konden doen toen afgelopen jaar bekend werd dat er in vakantiepark Oranje asielzoekers zouden komen. „Je kunt tegen zijn en in mineur gaan hangen. Veel dorpelingen zijn bang voor overlast”, zegt hij. „Wij wilden het op een positieve manier benaderen. Het besluit was nu eenmaal genomen en dan kun je maar beter het beste er van maken. Vandaar dat we gelijk dachten om op het terrein een supermarkt te beginnen. Zo zorgen we ervoor dat het dorp wordt ontlast, minder mensen hoeven dan het dorp in om voedsel of andere spullen te kopen. Daarnaast verdienen wij een beetje bij.”
Vergunningen
Met de gemeente Midden Drenthe en het Centraal Orgaan voor Asielzoekers (COA) ging de akkerbouwer in gesprek. „Alle partijen waren enthousiast. Ik had dan ook zo de benodigde vergunningen geregeld om te kunnen beginnen.”
In juni konden de akkerbouwer en zijn vrouw beginnen met de winkel. „We hebben een beperkt Nederlands assortiment, maar we richten ons vooral op producten uit landen waar de mensen vandaag komen. Zo kunnen we concurreren met de plaatselijke supermarkten.”
Schrale zandgrond
Akkerbouwer Feije Dijksterhuis heeft naast zijn winkel voor vluchtelingen nog een akkerbouwbedrijf in Hijken met 95 hectare. Hij teelt zetmeelaardappelen, suikerbieten, brouwgerst en teff, op zoals hij zelf zegt schrale zandgrond. Bijna twintig jaar geleden begon Dijksterhuis met het experimenteren met niet-kerende grondbewerking (NKG). Nog steeds bewerkt hij zijn bodem alleen maar oppervlakkig met een tandcultivator.
Lees het volledige interview in de Veldpost van zaterdag 19 december
Tekst: Ellis van Wees
Beeld: Fenneke Wiepkema