Europa stemt in met 50 miljoen euro voor verminderen stikstofdepositie op natuurgebieden

Het doel van de regeling is om de stikstofdepositie veroorzaakt door landbouwactiviteiten in overbelaste Natura 2000-gebieden te verminderen, in het licht van de instandhoudingsdoelstellingen en -vereisten van de Vogel- en Habitatrichtlijn. De regeling staat open voor kleine en middelgrote veehouders die besluiten hun bedrijf vrijwillig en onherroepelijk te sluiten.

120 procent

De regeling is een aanvulling op drie bestaande Nederlandse sluitingsregelingen die in mei 2023 (Lbv- en Lbv-plusregeling) en augustus 2024 (Maatregel Gebiedsgerichte Beëindiging) door de Commissie zijn goedgekeurd. De maatregelen hebben tot doel de stikstofdeposities op natuurgebieden te verminderen. De nieuwe regeling is van toepassing op veeteeltlocaties met specifieke categorieën dieren en nitraatdepositieplafonds die nog niet onder de bestaande regelingen vielen. Veehouders kunnen slechts aan één van die sluitingsregelingen deelnemen.

De steun zal worden gegeven in de vorm van een directe subsidie. De verstrekte subsidie dekt de komende kosten, inclusief de compensatie voor het verlies van productiecapaciteit en voor de kosten van ontmanteling en verwijdering van de productiecapaciteit tot 120 procent.

Staatssteun

De Europese Commissie beoordeelde de regeling op grond van de EU-staatssteunregels, waarbij de commissie met name heeft gekeken naar de voorwaarden die worden gesteld aan lidstaten om de ontwikkeling van bepaalde economische activiteiten te ondersteunen, en naar de richtsnoeren voor het geven van staatssteun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden van 2022. De commissie kwam tot de conclusie dat de door Nederland aangevraagde regeling noodzakelijk en passend is om het nagestreefde doel, een duurzame en milieuvriendelijke ontwikkeling van de veehouderij, te bereiken. Tegelijkertijd ondersteunt de regeling de doelstellingen van de Europese Green Deal. Verder concludeerde de Commissie dat de regeling evenredig is, aangezien deze beperkt is tot het noodzakelijke minimum en een beperkte impact zal hebben op de concurrentie en handel in de Europese Unie.